Werking hart

Om goed te kunnen begrijpen wat er precies ten grondslag licht aan angina pectoris verschijnselen, is het belangrijk een idee te hebben van de werking van het hart. Het hart kun je zien als de motor van het lichaam. Het pompt je bloed naar ieder uiteinde van je lichaam.

Het bloed werkt hierin als een vervoerder van zuurstof, voedingsstoffen en nog veel meer. Als je het bloed ziet als vrachtwagens, dan is bijvoorbeeld zuurstof de inhoud van de vrachtwagens en je hart de motor van alle vrachtwagens samen. Aan de hand van de onderstaande afbeelding zullen wij kort bespreken hoe het bloed door het hart wordt weggepompt en waar hierin het probleem ligt bij angina pectoris.


Werking hart

Bloed komt het hart binnen

Bloed komt via de holle aders je hart binnen in de rechterboezem. Op de afbeelding zie je bij A de bovenste holle ader. Deze brengt bloed de rechterboezem (B) binnen vanuit het hoofd, de armen, de lymfeklieren en het bovenste deel van de romp. Als de rechterboezem vol loopt, stijgt de druk. Hierdoor stroomt het automatisch de rechterkamer in (D). De boezem trekt hier ook nog bij samen, om de stroming naar de kamer te ondersteunen. In een gezond hart is dit overigens niet nodig.

Naar de longen

Als de rechterkamer gevuld is, trekt deze samen. Hierdoor wordt al het bloed de longslagader ingepompt (E). De zogenaamde AV-klep (C), tussen de rechterboezem en -kamer in voorkomt dat bloed weer terug de rechterboezem in wordt gepompt. Deze sluit als de rechterkamer samentrekt.

In de longen wordt het bloed verrijkt met zuurstof. Deze zuurstof zal naar de rest van het lichaam worden vervoerd.

Weer het hart in

Vanuit de longen komt het bloed via de longaders, vier stuks, weer terug het hart in. De longaders komen uit op de linkerboezem (F). Wederom loopt het bloed vervolgens door naar de kamer als de boezem gevuld is met bloed. Ook hier trekt de boezem samen om deze stroming naar de kamer te ondersteunen. De linkerkamer (G) is een veel gespierder dan de rechterkamer. Dit komt, omdat de rechterkamer het bloed alleen maar naar de longen hoeft te pompen, die ongeveer op gelijke hoogte met het hart liggen. Dit heeft relatief weinig kracht nodig. De linkerkamer daarentegen moet het bloed door heel het lichaam pompen. Daar is veel meer kracht voor nodig waardoor de linkerkamer veel gespierder moet zijn.

Het lichaam in

Als de linkerkamer gevuld is zal ook deze samentrekken. Het bloed wordt nu de aorta (H) ingepompt, het grootste bloedvat in ons lichaam. Ook hier zit er een klep tussen de kamer en boezem, die voorkomt dat bloed terug de boezem in wordt gepompt. Vanuit de aorta zijn er heel veel aftakkingen naar alle hoeken van het lichaam. De allereerste twee aftakkingen zijn vlak na de zogenaamde aortaklep. Deze is op de afbeelding te zien bij het puntje van de rode pijl. Deze klep voorkomt dat het bloed vanuit de aorta terug het hart in stroomt.

Deze aftakkingen leiden naar de kransslagaders. Dit zijn de bloedvaten die het hart zelf van zuurstof en voedingsstoffen voorzien. Het hart kan dit namelijk onvoldoende halen uit bloed dat in het hart zelf zit. Bij angina pectoris zijn delen van deze kransslagaders deels verstopt. Hierdoor wordt het hart dan ook minder goed van zuurstof voorzien. Wil je weten hoe zo’n vernauwing van de kransslagaders precies optreedt? Kijk dan snel op de pagina oorzaak van angina pectoris.